News

Het BRUFAST project: vermoeidheid ná een beroerte beter begrijpen

26/10/2023

Wereldwijd is een beroerte de 2e doodsoorzaak en de 1e oorzaak van invaliditeit bij volwassenen.

Vermoeidheid na beroerte (VNB) is een veel voorkomende klacht, die wordt waargenomen bij ongeveer 50% van de patiënten die een beroerte hebben gehad. Het wordt gedefinieerd als onvoorspelbare, vroegtijdige uitputting die niet vermindert na een periode van rust. Het kan op korte termijn (< 3 maanden) en op lange termijn (> 3 maanden) aanhouden en heeft een significante impact op activiteiten in het dagelijks leven, de kwaliteit van leven en deelname aan revalidatie.

Tot op heden is er echter geen effectieve behandeling om VNB te voorkomen of te genezen, omdat het een multifactoriële oorzaak lijkt te hebben. Daarom is verder onderzoek nodig.

De huidige gegevens tonen een correlatie aan tussen VNB en bepaalde factoren (plaats van de beroerte, co-morbiditeiten, medicatie, slaapstoornissen, depressie, cognitieve stoornissen, ontsteking, etc.), maar vaak met tegenstrijdige resultaten.

Disfunctie van het autonome zenuwstelsel is een frequente complicatie na een beroerte en is al in verband gebracht met het chronisch vermoeidheidssyndroom, de ziekte van Parkinson, multiple sclerose en myasthenia gravis. Een eenvoudige manier om de disfunctie van het autonome zenuwstelsel te meten is de hartslagvariabiliteit. Voor zover wij weten, is de relatie tussen een disfunctie van het autonome zenuwstelsel en VNB nog niet onderzocht.

We veronderstellen dat disfunctie van het autonome zenuwstelsel na een beroerte bijdraagt aan VNB.

Vermoeidheid komt ook vaak voor bij hart- en vaatziekten, zoals hartfalen. Aan de andere kant kan hartfalen onafhankelijk van een beroerte bijdragen aan APF. Hartfalen kan gemakkelijk worden beoordeeld met transthoracale echocardiografie. Wij speculeren dat patiënten met hartfalen na een beroerte een hoog risico lopen op VNB.

Patiënten die deelnemen aan het onderzoek worden een jaar lang gevolgd en worden verdeeld in twee groepen: degenen die VNB ontwikkelen na 3 en 12 maanden en degenen die geen VNB ontwikkelen na 3 en 12 maanden. Er zal worden getest of er een verband bestaat tussen VNB en de mogelijke aanwezigheid van een disfunctie van het autonome zenuwstelsel en/of hartfalen. Als de hypotheses bevestigd worden, zal dit het in de toekomst mogelijk maken om therapeutische interventies te overwegen om VNB te voorkomen en/of te genezen.

We zijn zeer verheugd dat de Brugmann Stichting ons onderzoeksproject heeft gefinancierd.
We willen deze gelegenheid ook aangrijpen om een beroep te doen op andere potentiële financiers om over meer financiële middelen te beschikken om het project wetenschappelijk te ontwikkelen.